H8 - neolithicum - 4

3. Waar gaan we wonen?

"De veranderingen leiden tot het begin van een neolithische revolutie.

 

Het is al duidelijk dat water belangrijk was voor de eerste landbouwers. Je zag al dat niet iedere plek geschikt is om een stad te bouwen. De mensen zoeken tijdens het neolithicum (nieuwe steentijd) plaatsen op met water. In gebieden waar minder vruchtbare grond is (denk aan het Midden-Oosten) trekken de mensen naar rivieren.

 

Er ontstonden rond enkele belangrijke rivieren belangrijke steden en samenlevingen. Deze werden ze stroomculturen genoemd. Denk daarbij aan Egypte en de Nijl."

OPDRACHT

Bestudeer onderstaand fragment om te zien wat er met de mensen in die gebieden gebeurde.

OPDRACHT

4a) Wat betekent het woord ‘stroom’ in de context van stroomculturen?

 

4b) Bekijk de kaart met de belangrijkste rivieren en samenlevingen. Zet ze op de juiste plaats in het kader.

 

OPDRACHT

4c) In het Midden-Oosten, bij de Nijl en het Tweestromenland, hebben de eerste mensen zich gaan vestigen in steden. Deze streek noemen we de vruchtbare sikkel.

 

Zoek via het internet naar het gebied van de vruchtbare sikkel. Wees zo volledig mogelijk.

Kleur of omcirkel de vruchtbare sikkel op deze kaart. Let op de vorm!

De stad Babylon aan de Eufraat was één van de eerste steden. Het is vooral bekend dankzij de toren van Babel.

OPDRACHT

5) Het is vooral verbazingwekkend dat het ontstaan van dorpen en landbouw overal ongeveer gelijk gebeurt. Wat zou de reden hierachter kunnen zijn? Kruis aan.