H8 - neolithicum - 6

4. Domesticatie van dieren en planten

Vanaf 10 000 v.C. doen ze in de stroomculturen rond de rivieren dus aan landbouw gedaan. Die landbouw gebeurt op verschillende manieren en heeft zo zijn voor- en nadelen.

 

 

OPDRACHT

6a) Vul de woorden aan op de stippellijn.

 

6b) Blik even terug op het stripverhaal. Welke van bovenstaande vormen zou het eerst hebben bestaan?

 

Het temmen van dieren en planten wordt domesticatie genoemd. Wilde zaden en wilde dieren werden gedomesticeerd zodat ze door de mens konden worden gebruikt.

OPDRACHT

7) Domesticatie van dieren had zowel voor- als nadelen. Lees onderstaand fragment.

“De mens zoekt dieren die hem op meerdere manieren voordeel opleveren. Natuurlijk is het geven van vlees het belangrijkste, maar als het bescherming, melk,… kan opleveren, dan is dat nog beter.

 

Zo werd de wolf (hond) als eerste gedomesticeerd: de trouwe viervoeter was handig voor de jacht en bescherming van het kamp.

 

Schapen leveren wol om kleren van te maken. Grotere dieren zijn handig als trekkracht, last- of rijdieren. Uitwerpselen worden als mest (brandstof) gebruikt. Een geslacht dier levert niet alleen vlees maar ook huiden, beenderen en hoorn zijn dan weer handig als werktuigen, hoeven voor lijm, pezen (spieraanhechtingen) voor touwen,...

 

Toch is er ook een gevaar: doordat mensen en dieren dicht op elkaar leven, lopen ze het risico de ziektes van de dieren over te nemen. Ook nu bestaat dat gevaar nog (bv. de vogelgriep).”

OPDRACHT

7a) Geef een drietal voordelen van de domesticatie van dieren.


7b) Geef een nadeel van domesticatie.


7c) Leven wij nu nog steeds met deze voor- en nadelen? Onderbouw je antwoord met een voorbeeld.